Dag lieve voetstapvolgers,
Jullie vragen je vast af wat de titel betekent?! Het antwoord: zes minuten is de tijd die je langer doet over een hele marathon per kilo (over)gewicht dat je hebt. Dus: stel dat je tien kilo te zwaar bent, zou je een uur langer doen over een hele marathon dan dat je erover doet als je een gezond gewicht zou hebben met dezelfde trainingsvoorwaarden.
Dat is natuurlijk best logisch, maar ik kwam er afgelopen weken achter hoeveel verschil een paar kilo's maken door nogal schokkende gebeurtenissen (in de positieve zin van het woord). Ik schrijf de komende weken een tweeluik over wat er allemaal gebeurd is, de afgelopen tijd.
Het begon bij een leuke mail van Run2Day, die mij feliciteerde met een gratis startbewijs voor de Dam tot Dam-loop 2017. Dit in combinatie met de aanschaf van nieuwe schoenen. Dus ik als een blij ei onderweg naar de winkel om een paar schoenen erbij te gaan kopen. Mijn huidige paar hadden nog zeker 300km in zich en het zou dus een soepele overgang gaan worden. Eenmaal in de winkel pakte dat even anders uit. Na de looptest en het voetzooldrukonderzoek bleek dat pronatie die ik in mijn voeten had eigenlijk geen problemen oplevert tijdens het rennen. Dus geen schoenen erbij, maar helemaal nieuwe schoenen. Na 15 paar gepast en getest te hebben toch naar huis gegaan met de lelijkste maar beste van het stel.
Uiteraard moeten nieuwe schoenen worden ingelopen. Dus de woensdag erop begaven Karin en ik ons naar de hei om daar een paar kilometer te gaan lopen. Mijn hoop was tien kilometer maar mijn verwachting was zeven kilometer met pijn en moeite. Tijdens het lopen let ik goed op mijn pas, want doordat ik ineens minder been heb, zet ik mijn voeten naar binnen. Dus ik ren eigenlijk met mijn voeten voor elkaar, hoezo struikelgevoelig! Ik moet voor mijn gevoel rennen alsof er een tennisbal tussen mijn knieën zit (denkbeeldig dan). De eerste paar kilometers gaan eigenlijk wel heel goed.. Splitsing één nemen we de lange afstand.. Na een dikke drie kilometer is afslag twee, naar huis of door? Door! Zeker weten! Op dit moment zes kilometer in de beentjes en het voelt nog top. Ineens zijn we al bijna aan het eind en kijk ik op mijn horloge voor de tijd (hiervoor met name voor mijn hartslag) en zie dat ik net onder het tempo van mijn PR van 1:10 uur aan het lopen ben. Een soort YES/SHIT-gevoel gaat door me heen. Na vier maanden niets aan lange afstanden te hebben gedaan is dit best gaaf, maar wel jammer van het PR.
Uiteindelijk begint mijn horloge bij tien kilometer te piepen op 1 uur en 12 minuten. Best netjes.. En hier komt mijn 6 minuten dus in beeld. Door nu tien kilo lichter te zijn dan vorig jaar ligt mijn ontspannen ren-tempo een stuk hoger dan in 2016. Super gaaf om dit te merken want zeker met alle plannen die ik heb (zoals de marathon, maar ook alle runs die ik dit jaar nog wel doen) zal dit zeker van pas gaan komen. Ook de spierpijn die ik eigenlijk regelmatig heb als renner viel redelijk mee.
De schoenen zijn trouwens officieel goedgekeurd. Ze voelen als vleugels en ik vlieg bijna letterlijk tijdens het lopen. Het wordt wel tijd om mijn eeuwenoude sokken te vervangen, want een mooie blaar heeft zich ontpopt op mijn kleine teen. Dus maar weer terug naar Run2Day om daar een paar mooie, gladde, hypermoderne sokjes aan te schaffen.
Na deze run besloten dat ik met de Hanzeloop 10km ga rennen en met de Eiberrun 7km. De Eiberrun heeft ook een afstand van 14km, maar deze is twee keer het rondje van de 7km en daar heb ik echt een hekel aan, dus vandaar de 7km.
Ook ben ik met mijn Vikingrun-buddys (Karin en Arjen) naar Flevonice geweest om daar een keertje proef te draaien voor het echte werk over een paar weken. Ook hier valt op hoe makkelijk ik over de obstakels heen banjer. Het ziet er misschien nog niet echt gracieus uit, maar zonder al te veel blauwe plekken en zonder een extreme uitdaging lukt het me het parcours af te leggen. Wat een verschil zeg! Ik kan stiekem eigenlijk niet geloven hoe goed het gaat.
De ochtend van de Hanzeloop is aangebroken en het is warm. Een pittige 22 graden. De gedachtes die ik had over het lopen van een PR schuif ik dus naar achter en ik ga voor mijn snelste tijd ooit op de tien, 1 uur en 10 minuten. Het startschot klinkt en we lopen over de markt naar de Wijnhuistoren. Hoekje om, Bult van Ketjen over, het tempo is, als altijd, hoog. Volgens mij is het onmogelijk om de eerste kilometer van deze run rustig aan te doen. Zodra we de dijk oplopen hebben we al twee kilometer gehad en eerlijk gezegd bevalt het tempo me wel. Gemiddeld loop ik tussen de 9 en 10 kilometer per uur. Al snel komt het 5 kilometer bordje in zicht. Stapje erbij dus, want daar komt mijn eerste PR! Hiervoor was mijn snelste 5km 31 minuten en nog wat. Tijdens de Hanzeloop tikte ik de 30 minuten en 30 seconden aan! YES! Dat is een goed gevoel zeg! Heerlijk, maar nu verder. Rond de 7km heb ik het zwaar, het is warm en mijn hartslag tikt de 190 aan. Veel te hoog natuurlijk. Dus wandel ik tot het oude stel wat elk jaar de lopers de laatste kilometers aanmoedigt (hartslag is weer onder de 170). Zo rond kilometer 8 heb ik mijn vibe weer gevonden en bij kilometer 9 realiseer ik me dat een vet PR er sowieso in gaat zitten. Komt dan dat ideaal-plaatje van 1 uur en 5 minuten in beeld?! Nee vast niet! Onder de Droge Naptoren door en ik hoor de mensen joelen, zodra ik de markt op kom zie ik mijn ouders en Pieter staan, toetert ’t Spult er vrolijk op los, en haal ik nog snel even een juf van de middelbare school in. En dan zie ik de klok, verdorie, tempo erin. Met een eindsprint ren ik de finish over en mis ik op 53 seconden na dat 1u5 moment. Maakt niet uit, want mijn oude tijd is definitief geklopt! Wat een onverwachte wending op deze warme dag!
Na de Hanzeloop had ik het even rustig met lopen. Fijn zo’n PR, maar met dat PR ook flinke spierpijn in de beentjes. Toen ik weer pijnvrij kon wandelen begon de temperatuur buiten op te lopen. Van 22 naar 25 naar 31 graden! Terwijl niet-hardlopend Nederland zich op de stranden parkeert maakt lopend Nederland zich druk om de hitte. De ene loop na de andere wordt afgezegd. Met spanning kijk ik of mijn collega’s die tijdens de Eiberrun in Tilburg willen rennen, mogen gaan. Gelukkig heeft de organisatie van de Tilburgse marathon alles top geregeld en kan deze eerste marathon zonder eindtijd in Nederland doorgaan! Ondertussen maak ik me klaar voor de Eiberrun. Tijd om een regel te breken die ik altijd heb aangehouden. I’m gonna change my game on gameday! Het is zo warm dat ik besluit om mijn correctieshirt uit te houden tijdens het lopen. Gewapend met een hoge onderbroek, sportbh, dun shirt, een taille hardloopbroek en mijn camelpack (een rugtas met water er in) ga ik onderweg. Ik vroeg me al af wat waar die ballonnetjes voor waren, maar toen er een tijd op stond werd het me duidelijk. Het zijn de pacers (tempomakers) van de run. Chique bedoeling hoor! Dus haak ik aan bij ballon 6:00 (10km/uur). Ik ben benieuwd hoe het zal gaan, mijn ren-stem zegt: “Volhouden tot aan de waterpost van drie kilometer”. Goed, zo bedacht, zo gedaan. Ik heb me bij het groepje kunnen houden tot de drie kilometer. Ik wil altijd graag wandelend drinken. Anders beland al het water op mijn shirt en weinig in mijn mond. Ik had natuurlijk ook mijn waterzak mee, maar dat zijn elke keer kleine slokjes, en dit een flinke slomp. Na een natte spons in mijn nek leeg te hebben geknepen ging ik verder.
Eigenlijk kon ik direct een iets langzamer, maar nog steeds pittig tempo goed oppakken. Met 6:25 minuten per kilometer hobbel ik vrolijk door. Zou dan toch mijn “45 minuten” in beeld kunnen komen? Dat zou wel echt top zijn. Met een temperatuur waar ze in Mordor trots op zouden zijn nog een PR lopen?? Bij het bordje van 5 km staat de brandweer de lopers nat te spuiten. Ik huppel onder de waterval door en ren met mijn witte, doorweekte shirt (hallo wet T-shirtwedstrijd) verder. Nog twee kilometer te gaan en ik moet zeggen dat ik geen last heb van de warmte, de afstand of de snelheid. En dan komt na een kilometer de kerktoren in zicht. “Hoe kan dat nou?!” gaat er door mijn hoofd. Want we moeten nog veel te ver voor die afstand. De aap kwam al snel uit de mouw, het was geen 7 kilometer maar 6,7. De finishboog is in zicht en snel haal ik nog even de drie mensen voor me in. Klaar, geen medaille, maar een zakje met eten en drinken. Dit wist ik, maar toch baal ik er van. Waarom kiezen loopjes voor voedsel i.p.v. een medaille? Ik bedoel: die dingen kosten echt niets. Voor twee euro heb je al een mooie, en je kan er toch voor kiezen om de deelnemers te laten aanklikken of ze hem willen of niet? Simpel.. Maar goed, zal er maar niet over klagen aangezien mijn medaillekast van vorig jaar uitpuilt en ik mijn “bezem” al behoorlijk vol heb hangen.
En dat PR van 45 minuten? Ja, als het 7 kilometer was geweest, had ik zeker die tijd gehaald. Alweer een PR in deze hitte! Het moet niet gekker worden. Eigenlijk heb ik stiekem een feestje van binnen. Het gaat me eigenlijk helemaal niet zo om de tijd. Dat weten jullie ook wel, de finish halen is zo veel belangrijker dan de tijd. Maar voor mijn marathon-avontuur is de tijd wel degelijk belangrijk. Want als ik dit tempo kan volhouden met trainen, dan betekent dat, dat mijn kansen tot een succesvolle marathon gewoon groeien met elke run.
Dit waren mijn afgelopen ren-weken. Aankomend weekend is de IJsselstein-loop. Deze doe ik voor het eerst mee, en eigenlijk stiekem omdat het een jubileumjaar is en er dus een bijzondere medaille wordt afgegeven. Dus deze bling-behoevende dame is daar natuurlijk bij!
Jullie vragen je vast af wat de titel betekent?! Het antwoord: zes minuten is de tijd die je langer doet over een hele marathon per kilo (over)gewicht dat je hebt. Dus: stel dat je tien kilo te zwaar bent, zou je een uur langer doen over een hele marathon dan dat je erover doet als je een gezond gewicht zou hebben met dezelfde trainingsvoorwaarden.
Dat is natuurlijk best logisch, maar ik kwam er afgelopen weken achter hoeveel verschil een paar kilo's maken door nogal schokkende gebeurtenissen (in de positieve zin van het woord). Ik schrijf de komende weken een tweeluik over wat er allemaal gebeurd is, de afgelopen tijd.
Het begon bij een leuke mail van Run2Day, die mij feliciteerde met een gratis startbewijs voor de Dam tot Dam-loop 2017. Dit in combinatie met de aanschaf van nieuwe schoenen. Dus ik als een blij ei onderweg naar de winkel om een paar schoenen erbij te gaan kopen. Mijn huidige paar hadden nog zeker 300km in zich en het zou dus een soepele overgang gaan worden. Eenmaal in de winkel pakte dat even anders uit. Na de looptest en het voetzooldrukonderzoek bleek dat pronatie die ik in mijn voeten had eigenlijk geen problemen oplevert tijdens het rennen. Dus geen schoenen erbij, maar helemaal nieuwe schoenen. Na 15 paar gepast en getest te hebben toch naar huis gegaan met de lelijkste maar beste van het stel.
Uiteraard moeten nieuwe schoenen worden ingelopen. Dus de woensdag erop begaven Karin en ik ons naar de hei om daar een paar kilometer te gaan lopen. Mijn hoop was tien kilometer maar mijn verwachting was zeven kilometer met pijn en moeite. Tijdens het lopen let ik goed op mijn pas, want doordat ik ineens minder been heb, zet ik mijn voeten naar binnen. Dus ik ren eigenlijk met mijn voeten voor elkaar, hoezo struikelgevoelig! Ik moet voor mijn gevoel rennen alsof er een tennisbal tussen mijn knieën zit (denkbeeldig dan). De eerste paar kilometers gaan eigenlijk wel heel goed.. Splitsing één nemen we de lange afstand.. Na een dikke drie kilometer is afslag twee, naar huis of door? Door! Zeker weten! Op dit moment zes kilometer in de beentjes en het voelt nog top. Ineens zijn we al bijna aan het eind en kijk ik op mijn horloge voor de tijd (hiervoor met name voor mijn hartslag) en zie dat ik net onder het tempo van mijn PR van 1:10 uur aan het lopen ben. Een soort YES/SHIT-gevoel gaat door me heen. Na vier maanden niets aan lange afstanden te hebben gedaan is dit best gaaf, maar wel jammer van het PR.
Uiteindelijk begint mijn horloge bij tien kilometer te piepen op 1 uur en 12 minuten. Best netjes.. En hier komt mijn 6 minuten dus in beeld. Door nu tien kilo lichter te zijn dan vorig jaar ligt mijn ontspannen ren-tempo een stuk hoger dan in 2016. Super gaaf om dit te merken want zeker met alle plannen die ik heb (zoals de marathon, maar ook alle runs die ik dit jaar nog wel doen) zal dit zeker van pas gaan komen. Ook de spierpijn die ik eigenlijk regelmatig heb als renner viel redelijk mee.
De schoenen zijn trouwens officieel goedgekeurd. Ze voelen als vleugels en ik vlieg bijna letterlijk tijdens het lopen. Het wordt wel tijd om mijn eeuwenoude sokken te vervangen, want een mooie blaar heeft zich ontpopt op mijn kleine teen. Dus maar weer terug naar Run2Day om daar een paar mooie, gladde, hypermoderne sokjes aan te schaffen.
Na deze run besloten dat ik met de Hanzeloop 10km ga rennen en met de Eiberrun 7km. De Eiberrun heeft ook een afstand van 14km, maar deze is twee keer het rondje van de 7km en daar heb ik echt een hekel aan, dus vandaar de 7km.
Ook ben ik met mijn Vikingrun-buddys (Karin en Arjen) naar Flevonice geweest om daar een keertje proef te draaien voor het echte werk over een paar weken. Ook hier valt op hoe makkelijk ik over de obstakels heen banjer. Het ziet er misschien nog niet echt gracieus uit, maar zonder al te veel blauwe plekken en zonder een extreme uitdaging lukt het me het parcours af te leggen. Wat een verschil zeg! Ik kan stiekem eigenlijk niet geloven hoe goed het gaat.
De ochtend van de Hanzeloop is aangebroken en het is warm. Een pittige 22 graden. De gedachtes die ik had over het lopen van een PR schuif ik dus naar achter en ik ga voor mijn snelste tijd ooit op de tien, 1 uur en 10 minuten. Het startschot klinkt en we lopen over de markt naar de Wijnhuistoren. Hoekje om, Bult van Ketjen over, het tempo is, als altijd, hoog. Volgens mij is het onmogelijk om de eerste kilometer van deze run rustig aan te doen. Zodra we de dijk oplopen hebben we al twee kilometer gehad en eerlijk gezegd bevalt het tempo me wel. Gemiddeld loop ik tussen de 9 en 10 kilometer per uur. Al snel komt het 5 kilometer bordje in zicht. Stapje erbij dus, want daar komt mijn eerste PR! Hiervoor was mijn snelste 5km 31 minuten en nog wat. Tijdens de Hanzeloop tikte ik de 30 minuten en 30 seconden aan! YES! Dat is een goed gevoel zeg! Heerlijk, maar nu verder. Rond de 7km heb ik het zwaar, het is warm en mijn hartslag tikt de 190 aan. Veel te hoog natuurlijk. Dus wandel ik tot het oude stel wat elk jaar de lopers de laatste kilometers aanmoedigt (hartslag is weer onder de 170). Zo rond kilometer 8 heb ik mijn vibe weer gevonden en bij kilometer 9 realiseer ik me dat een vet PR er sowieso in gaat zitten. Komt dan dat ideaal-plaatje van 1 uur en 5 minuten in beeld?! Nee vast niet! Onder de Droge Naptoren door en ik hoor de mensen joelen, zodra ik de markt op kom zie ik mijn ouders en Pieter staan, toetert ’t Spult er vrolijk op los, en haal ik nog snel even een juf van de middelbare school in. En dan zie ik de klok, verdorie, tempo erin. Met een eindsprint ren ik de finish over en mis ik op 53 seconden na dat 1u5 moment. Maakt niet uit, want mijn oude tijd is definitief geklopt! Wat een onverwachte wending op deze warme dag!
Na de Hanzeloop had ik het even rustig met lopen. Fijn zo’n PR, maar met dat PR ook flinke spierpijn in de beentjes. Toen ik weer pijnvrij kon wandelen begon de temperatuur buiten op te lopen. Van 22 naar 25 naar 31 graden! Terwijl niet-hardlopend Nederland zich op de stranden parkeert maakt lopend Nederland zich druk om de hitte. De ene loop na de andere wordt afgezegd. Met spanning kijk ik of mijn collega’s die tijdens de Eiberrun in Tilburg willen rennen, mogen gaan. Gelukkig heeft de organisatie van de Tilburgse marathon alles top geregeld en kan deze eerste marathon zonder eindtijd in Nederland doorgaan! Ondertussen maak ik me klaar voor de Eiberrun. Tijd om een regel te breken die ik altijd heb aangehouden. I’m gonna change my game on gameday! Het is zo warm dat ik besluit om mijn correctieshirt uit te houden tijdens het lopen. Gewapend met een hoge onderbroek, sportbh, dun shirt, een taille hardloopbroek en mijn camelpack (een rugtas met water er in) ga ik onderweg. Ik vroeg me al af wat waar die ballonnetjes voor waren, maar toen er een tijd op stond werd het me duidelijk. Het zijn de pacers (tempomakers) van de run. Chique bedoeling hoor! Dus haak ik aan bij ballon 6:00 (10km/uur). Ik ben benieuwd hoe het zal gaan, mijn ren-stem zegt: “Volhouden tot aan de waterpost van drie kilometer”. Goed, zo bedacht, zo gedaan. Ik heb me bij het groepje kunnen houden tot de drie kilometer. Ik wil altijd graag wandelend drinken. Anders beland al het water op mijn shirt en weinig in mijn mond. Ik had natuurlijk ook mijn waterzak mee, maar dat zijn elke keer kleine slokjes, en dit een flinke slomp. Na een natte spons in mijn nek leeg te hebben geknepen ging ik verder.
Eigenlijk kon ik direct een iets langzamer, maar nog steeds pittig tempo goed oppakken. Met 6:25 minuten per kilometer hobbel ik vrolijk door. Zou dan toch mijn “45 minuten” in beeld kunnen komen? Dat zou wel echt top zijn. Met een temperatuur waar ze in Mordor trots op zouden zijn nog een PR lopen?? Bij het bordje van 5 km staat de brandweer de lopers nat te spuiten. Ik huppel onder de waterval door en ren met mijn witte, doorweekte shirt (hallo wet T-shirtwedstrijd) verder. Nog twee kilometer te gaan en ik moet zeggen dat ik geen last heb van de warmte, de afstand of de snelheid. En dan komt na een kilometer de kerktoren in zicht. “Hoe kan dat nou?!” gaat er door mijn hoofd. Want we moeten nog veel te ver voor die afstand. De aap kwam al snel uit de mouw, het was geen 7 kilometer maar 6,7. De finishboog is in zicht en snel haal ik nog even de drie mensen voor me in. Klaar, geen medaille, maar een zakje met eten en drinken. Dit wist ik, maar toch baal ik er van. Waarom kiezen loopjes voor voedsel i.p.v. een medaille? Ik bedoel: die dingen kosten echt niets. Voor twee euro heb je al een mooie, en je kan er toch voor kiezen om de deelnemers te laten aanklikken of ze hem willen of niet? Simpel.. Maar goed, zal er maar niet over klagen aangezien mijn medaillekast van vorig jaar uitpuilt en ik mijn “bezem” al behoorlijk vol heb hangen.
En dat PR van 45 minuten? Ja, als het 7 kilometer was geweest, had ik zeker die tijd gehaald. Alweer een PR in deze hitte! Het moet niet gekker worden. Eigenlijk heb ik stiekem een feestje van binnen. Het gaat me eigenlijk helemaal niet zo om de tijd. Dat weten jullie ook wel, de finish halen is zo veel belangrijker dan de tijd. Maar voor mijn marathon-avontuur is de tijd wel degelijk belangrijk. Want als ik dit tempo kan volhouden met trainen, dan betekent dat, dat mijn kansen tot een succesvolle marathon gewoon groeien met elke run.
Dit waren mijn afgelopen ren-weken. Aankomend weekend is de IJsselstein-loop. Deze doe ik voor het eerst mee, en eigenlijk stiekem omdat het een jubileumjaar is en er dus een bijzondere medaille wordt afgegeven. Dus deze bling-behoevende dame is daar natuurlijk bij!